de nacht is bij mij ondergedoken
ik dek hem onder en wens hem goede rust
van mijn goede zorgen is hij zich bewust
aan het onheil heeft hij nog niet geroken
​​zijn passie voor stilte ga ik delen
het is zijn rust die weldra gaat spreken
al heerst rumoer al talrijke weken
zijn aanwezigheid gaat niet vervelen
ik mag hem en hoe hij zich aan mij toont
zich prepareert voor de prille dageraad
om zo weer een nieuwe dag te vangen
de zorg die ik gaf heeft hij goed beloond
met een stevige handdruk 's avonds laat
hij had zoals ik merkte zijn verlangen