Het was een droom, dwalend door de straten van de stad
En eindelijk was mijn leven wat
Ik was eindelijk niet meer zo miserabel
Maar het is een droom, een sprookje, een fabel
Van een aantal jaren terug. In de stad met de grote oude kerk
En ik had toen heel goed werk
Ik droeg een uniform met een overhemd en een das
Ik was een echte dame met mooie haren en een tas
Het is een droom zoals al het goede in mijn leven
Het voelde als een sprookje, ook al was het er maar even
Vanuit het stadskantoor zag ik de zon over de stad
En met mijn verleden had ik het voor eventjes gehad
De lichten in de lucht waren betoverend mooi, roze en goud
Over het stadscentrum al eeuwen oud
Het is een lang vervlogen droom van wat ik allemaal wél kan
Hoe gaat het nu verder met mijn leven, wat moet ik dan?
Rennend door de stad met huwelijks aktes en goede resultaten
Maar het was er maar een half jaar en het mocht niet baten
Nu is het verleden tijd, een vervlogen droom, en verloren
Nu werk ik op een dagbestedingscentrum en kan ik er niet meer bij horen