op een gebroken dag
gaan vezels wringen,
zullen doornen
cellen binnendringen
dan laten hersenstormen
buitenlucht schrijnen
tot binnenbranden,
netwerken ontknopen
tot wankele periferie,
maanden indikken
tot sterfminuten
dan klopt het hart
met gestokte pas,
vlijmt een scheiding
in haarloos glas
dan is het wachten
op luwte van het zichtloze oog