Er was eens een dag die werd begroet met een lach:
Op die dag kwam vrolijke Jan op de wereld,
en je ziet het gelijk dat wordt me toch een kerel!
Zo vrij en zo blij als een vogel in de lucht,
en waar voor niets beducht.
Hij kwam en zag dat het goed is,
daar bij die mensen die voor hem zorgen.
Met een gerust hart ziet hij uit naar
de dag van morgen.
Want hij weet dat hij goed terecht is gekomen.
Bij een familie om van te dromen:
Mensen met het hart op de goede plek,
dat is een samenzijn waar je u tegen zegt.
Oprecht en te goeder trouw gaat vrolijke Jan
de dag door met zo’n familie om zich heen.
En niemand, niemand die die band verbreekt,
die jullie doet beseffen: wij zijn een!