Samen met mijn denken, jou uiterlijk
in het spiegelbeeld.
Wie ben jij?
Is dat mijn neus, mijn mond, mijn ogen?
Het voelt alsof wij niet bij elkaar horen,
omdat ik mij schaam tot wat je geworden bent.
Ik wil je slaan, omver duwen, tegen je schreeuwen,
als je hopeloos op de grond ligt en met je hoofd
schud dat je er niets aan kunt doen.
Soms zou ik willen dat je dood was.