zoals het nooit
zo brutaal als je mijn dagen in beslag nam
ik de taart van verjaardagen bereidde voor je
stemmetjes door repeterende buizen trippelden
nooit zag men muizen bezig in hun holletje
hoe voorspelbaar wilde gij het hebben?
bonkte de manslieve eikelhouten tafel
het was altijd reeds voorbij als gasten vielen
verlegen schoven ze de stoelen op hun plaats
de zon van het noorden greep hun kladjes
zo vertelt men de mensen natuurlijk ooit niets
vanuit de eerste handen die men echt zag
de kat speelt met de staartjes - een meisje gilt
en haal uwe oren uit de miauwende knoopsgaten
blaas de versleten verhalen terug in hun kaft
toe, laat de woorden weken in onzalig ondergaan
±±±±±±