Avondrood
Mijn handen verzeild in je onstuimige haren.
Mijn koude neus verschuilen in
dat ene kuiltje precies naast je sleutelbeen.
Mijn benen verstrengeld in de jouwe.
Het uur blauw
De grens van je kaak lezen.
Dan plots die ene korte grijns.
Besef dat we het veer overzetten
als Ra schommelend in onze schuit,
de sluimerende mistwolk trotseren.
ochtendglorie
Een glurende gouden zon
Scant de lijn van je neus
Naar het gootje boven je mond
Je scarabeeblauwe ogen glariƫn
Als licht dat breekt
op het wateroppervlak
Goedemorgen lieverd van me.