Het begint
bij de toppen van je tenen
je voelt je gevoel wegsluipen
en het bloed
rechtstreeks verder gaan naar je voet
die stilaan dezelfde doening krijgt
Het gaat naar je kuiten,
je knieƫn,
je dijen,
zelfs tot aan
het bovenste punt van je schedel
Alles zweeft voorbij,
het leven
het zijn
alsof de angst en de vreugde
roerloos opgaat in een rookpluim
die zwart ziet van de dood
Maar toch blijft het leven zweven
rond het laatste restje schedel
die onderdak geeft
aan de overblijvende dingen
Onderdak aan de organen
en de spieren,
aan het hart
waar liefde, vriendschap
maar ook pijn zich schuil houdt.