Waar mijn nagels met rouwranden zijn getint
door het as waarin ik wanhopig heb gezocht
naar het zijn waar je nu bent sinds de dag
dat ik je nooit meer ergens tegen kwam
huil ik druppels brandend op mijn huid
evenals de laatste kus die je me ooit gaf.
Verbrandingen van gedachtes opdat niemand
ze meer vorm kan geven, weten waar het over ging
wanneer je verlangde naar een leven dat niemand
ooit gestorven is, nooit bestaan zal ook wellicht.
Ik streel het diepe zwart dat kleur geeft aan
jouw eeuwige absentie vanaf toen, waarover ik
schrei met mijn dof kloppend hart nu dat het
hartverscheurend treurt om het nooit meer samen.
Mijn dagen doen zich verder medogenloos eenzaam
als ik ben, want eeuwig opgesloten in verledenheden
waarin ik een klein moment geweest ben wat ik nu
nooit meer zal zijn omdat het is vergaan met jou.