Golvend komt en gaat
Het gevoel wat ik vrees en wat ik haat
De onrust, angst en stil verwijt
Raakt mij al jaren niet meer kwijt
Het beklemt mijn lichaam en mijn geest
Vervreemd mij nog het meest
Van dagelijkse aardse zaken
Van winkels, praatjes maken
Lekker leven, vrolijk zijn
Van hapjes, vrienden, flesjes wijn
Het dwingt en wringt zich overal maar tussen
En alsk mijzelf probeer te sussen
Golft de onrust juist omhoog
En sta ik oog in oog
Met wat ik vrees en wat ik haat
Wat golvend komt en golvend gaat
’t Raakt mij al jaren niet meer kwijt
Die onrust, angst en stil verwijt