Hand in hand huppelen ze en lachen, af en toe plukken ze een bloempje. Ze turen naar de vogeltjes en de dieren in de weide: paarden met veulentjes, die hinniken van plezier. Mooi vinden ze dat, ze blijven soms lang staan kijken.
Bij de koeien moeten ze luid lachen, als er één zijn staart opheft en een straal geelachtig water sproeit. Dat spetterende water laat hen huiveren. Stel dat je daaronder terechtkomt! En dan die bruine vlaaien vol vliegen, de mussen snoepen ervan. Bah, dat willen zij zeker niet doen. Het zien alleen al zorgt voor onbehagen.
De zon zorgt dat ze onbezorgd en zonder besef van tijd verder en verder stappen. Plots begint de avond te vallen. Nu worden ze toch wel een beetje bang, ze willen terug. Het meisje An krijgt de tranen in de ogen, ze is tenslotte nog maar zes jaar. Haar broertje Jo houdt zich sterk, die is al tien. Hij voelt wel wat beklemming in zijn kleine borst, maar dat toont hij niet aan zijn zusje.
“Kom”, zegt hij, “ginder is een huisje en daar kunnen we misschien telefoneren. Dan kan papa ons komen halen”.
Zo stappen ze gezwind naar het huisje. Aan de deur staan emmers met appelen. Jo neemt er twee en geeft er een aan An. Het zijn zoete appelen en na die lange wandeling smaken ze dubbel zo lekker. Terwijl ze happen en smakken, zien ze niet dat aan de zijkant van het huisje een deur opengaat en een grote verwilderde man grijpt hen in de kraag. Van schrik laten ze hun appels vallen.
“Kom maar mee”, bromt de norse vent, “als jullie mijn appels willen opeten, moeten jullie ervoor werken!”
Hij sleurt hen binnen, recht de kolenkelder in. An weent hikkend en Jo probeert haar te troosten, maar het helpt niet. Plots gaat de deur open en de man gooit hun aangebeten appels naar binnen. “Eet ze maar op en ga dan slapen, want morgen moeten jullie vroeg op om mijn huis schoon te maken”.
Zijn ruwe lach blijft nog lang in hun hoofd nazinderen.
De volgende morgen voelen ze zich niet al te best, ze hebben overal pijn. Maar de man haalt hen ruw uit de kelder en verplicht hen te werken.
Terwijl ze elkaar bekijken en zien hoe zwart ze zijn, begint An weer te grienen. De man duwt haar richting borstels en dweilen.
“Kom”, sust Jo, “laten we beginnen, misschien mogen wij dan straks naar huis”.
Met de moed der wanhoop beginnen ze aan het zware werk, het huisje is zeker in geen jaren schoongemaakt.
Het valt hen zwaar tegen, snel gaat het niet en als de man thuiskomt, vloekt hij: “Hebben jullie nu nog niet gedaan! Nu mogen jullie nog een nachtje in de kolenkelder blijven. Vooruit, naar beneden. Hier, eet een appel!”
De deur slaat bonkend dicht. An begint weer te huilen.
Jo sust haar: “Luister, An, morgen proberen we te ontsnappen. Het zal snel moeten gaan, maar het zal wel lukken, denk ik. Kom, laat ons gaan slapen, dan zijn wij morgen fit om te vluchten”.
De volgende morgen is het Jo die An wekt.
“Kijk”, zegt hij, “we maken ons helemaal zwart met kolengruis. Straks komt die vent ons halen. Rep je maar een beetje”. Gespannen wachten ze dan bij de deur.
Terwijl het buiten nog donker is, komt de man hen halen. Zodra de deur opengaat, stuiven ze getweeën de grote man voorbij en omdat ze zo zwart zijn, ziet de kerel hen te laat. Ze glippen snel naar buiten, het donker van de morgen in. De grote vent komt hen achterna.
An en Jo blijven maar lopen tot ze in de kant van de weg neervallen. Ze verstoppen zich achter wat lage struiken. In de verte horen ze de man roepen en tieren. De schrik slaat hen om het hart.
Zou hij hen kunnen inhalen? Het getier komt langzaam dichterbij. Maar is dat geen politiewagen? Die is al van gisteren op zoek naar de vermiste kinderen. An en Jo zwaaien met hun armen. En daar is de boze man, hij wil hen grijpen. An en Jo lopen wat ze kunnen, richting politieauto. De tierende man komt de bocht doorgerend, heeft alleen oog voor de kinderen, zo ziet hij niet dat hij recht in de armen van de wet loopt.
Ze mogen alle drie mee, de man met handboeien om, de kinderend zwart als roet, maar breed lachend.
Eindelijk komen ze weer thuis.
ela
karinvangelder: | Dinsdag, april 14, 2009 09:50 |
knap hoor Ela. je kunt het vast ook mooi vertellen zo''n verhaal . lieve groet, Karin |
|
Nummer 127 : | Dinsdag, april 14, 2009 09:36 |
herkenbaar maar leuk herschreven verhaaltje :) Nr 127 |
|
Peter van Tiel: | Dinsdag, april 14, 2009 00:21 |
Een prachtig verhaal waar ik enorm van genoten heb. Bedankt. Slaap lekker. Peter. |
|
Auteur: ela | ||
Gecontroleerd door: | ||
Gepubliceerd op: 14 april 2009 | ||
Thema's: |