Vriendschap.
De knuffel die is weggevallen
de aanspraak die er jaren was
de blik van weten en herkennen
waarin verdriet direct genas,
dat al is eens met hem vertrokken.
Daarna is leegte , pijn, ontstaan.
maar desondanks is veel gebleven
is toch veel moois niet afgedaan.
Kan er de vriendschap rijk’lijk bloeien.
Zijn er kontakten veel en rijk,
kan ik mijzelf daar ook in geven
een ander brokje liefdeblijk.
Ken ik ook God , die in mijn leven,
de Drager is in eenzaamheid
waaraan ik alles kan verhalen
die mij in ’t daag’lijks hier zijn weidt.
Zijn er de vrienden ,waaraan ik vrijelijk
de lasten voorleg , toe vertrouw
dat wat de wereld niet wil weten
waaraan ik werk , waaraan ik bouw.
Heer wilt U met Uw Geest mij sterken
dat er een uitzicht is , een oor ,
dat luistert en mij dan zal helpen
waarin ik mijn bestemming hoor.
th.