Twijfelachtige gedachten razen door mijn hoofd,
het hoe en wat,
waar en wanneer,
verlangens en gezond verstand.
Blijf ik ijzig vasthouden aan de hoop
die ik mezelf gegeven heb,
en wend ik mijn blik af, bij alles dat me niet aanstaat.
Waar ik leef in een surreële werkelijkheid,
door mijn gedachten vervormt,
tot een haast tastbaar geheel.
Of geef ik toe in een strijd
alleen door mij gestreden,
waar ik vocht als mezelf, maar met heel mijn hart voor jou.
Waar ik dagenlang kon schreeuwen, alleen jou naam
en droomde over een aanraking zoals eerder misschien…
waar passie en lust elkaar kruisen,
en zichzelf mixte met emotie.
Ongetemd,
onbevreesd,
bleef ik onbekend achter,
in mijn eigen wereld.
Met mijn eigen dromen,
en hun haast tastbare werkelijkheid.