...
Ze had haar stem verloren, slechts adem
ontsnapte haar als ’n leegloop van lucht
uit opblaaspop, haar woorden waren zoek
angst voor spreken, ja, de keel uitgevlucht
Maar met de stem aan banden, krijgen vingers
de vrije hand, grepen de kans - letter en klank
op toppen te dragen, zo de zegen van zeggen
mond ontnomen, zij waren vrij, zij waren frank
Dagen voorbij, de formule der emoties beeldig
en vol poëtische noties, o zij leefde weer, uitte
weer – kalm, waar haar borst te woest voor was
slaafs en overgeleverd aan de gril hare muitte
Zij schreef over vrijheid, over vrees, over
blauwe plekken verheult als heldere lucht
zij vond voor grootse zeer, de schoonste taal
en het gedicht verslond de neerslachtige tucht
En zo haar genezing - zwijgen is helen, schrijven
is goud, de stemmingen van het verstand voorgoed
gestild door ‘t gefluister van ‘t gebroken lijf, haar
met geduld behoed voor pijn, en voor rampspoed
F.