God lieve god.
Daar boven in de hemel.
Zoow eensaam en alleen.
Maar ne u bent niet alleen.
U ben met ons de maan en de sterren.
God lieve god.
Soms dan weet ik het niet meer.
Dan denk ik oow wat ben ik eenzaam en alleen.
Maar nee hoor.
Want dan kijk ik naar de lucht.
En dan bent u weer bij mij.
God lieve god.
Er gebeuren zo veel nare dingen .
Op de werld die u geschapen heeft.
Ik wauw dat het anders was.
Maar in me eentje kan ik er niets aan doen.
God lieve god.
Als ik naar de hemel kijk.
Denk ik soms te weten hoe u u voelt.
Regent het bent u verdrietig.
Bliksemt het bent u kwaat.
En als de zo schijnt bent u blij.