In vervoering
Achter in het zachte donker
wiegt een vrouw met haar ogen dicht.
De bar, bekrast en kromgetrokken
van teveel verdronken lasten
en in spijt vergoten dromen,
heeft de kleur van dode bomen
het oudbruin en stoffig van
een welkom zonder vragen.
Achter in het zachte donker
wiegt een vrouw met haar ogen dicht
op het dragen van de blues
die in het laatste glas was gekomen.
De haard in haar keel ademt witte as
en buitenlucht.
Lippen als koude ramen kieren tussen wangen
waar zelfs de Scotch geen blos meer op brengt.
Achter in het zachte donker
wiegt een vrouw met haar ogen dicht.