Lekker met mezelf op pad,
nog groen appeltje gejat.
Laatste korrel,
rolt door m'n hand,
valt in het zand.
Gras dat door m'n vingers glijdt,
Me vandaag niet snijdt
Ik, die vreemde,
die van natuur geniet,
hoor de mensen even niet.
Mensen zwaaien,
lach, loop door.
Nee t'is echt nog zomer hoor.
En de wind waait,
ruist in het mais,
stille woorden weer;
welkom thuis.