Och was ik maar een lijstertje
een lijster op een takkie
Ik zou zo nu en dan wat fluiten
en deed links en rechts een kakkie
Och had ik maar haar vleugeltjes
zo kon ik kiezen welke twijg of tak
ik nemen zou om de werkelijkheid
te beschouwen op mijn gemak
Och had ik maar haar verenpracht
dan liet ik hier en daar een donsje
vallen op iemands eenzaamheid
als een zwijgzaam onderonsje
Och zong ik maar haar vredeslied
om de mensen iedere morgen
te ontwaken, en ze 's avonds weer
een goede nachtrust te bezorgen
Och had ik maar haar glinsteroogjes
haar geduld en scherpe blikken
wat mij niet beamen zou
daar zou ik dan op mikken
Och was ik maar een lijstertje
een lijster op een takkie
Ik zou wat fluiten nu en dan
en deed links en rechts een kakkie