zomaar.
zomaar is daar weer die vraag.
ben ik wie ik denk dat ik ben?
doe ik zo als ik ben?
en zo niet, waarom doe ik dan toch zo?
wil ik het zelf niet meer zien?
wil ik niet dat andere zien, zien dat ik bang ben te zijn wie ik echt ben.
er zijn veel dingen die ik kan.
positief of niet, ze zullen er altijd zijn.
iedereen heeft het altijd maar over een vrolijk meisje dat schuilt in mij.
Waarom weten zij wel wie zij is.
Maar weet ik niet eens wie ik ben
Hoe lang nog?
Voor ik durf toe te geven dat ik ook maar een mens ben en ook niet alles kan.
Dat moet ik ook niet langer willen
Waarom kan ik niet gewoon zijn zo als jij.
Sterk, zo sterk dat ik zal kunnen toe geven dat ik ook maar een mens ben.
En weg loop voor me zelf
Zo wil ik het niet meer!
Ik wil het anders.
Maar de enige die het veranderen kan ben ik zelf.
Maar hoe moet ik dat doen
Als ik niet eens wie ik echt ben
Moet ik mijn vele vragen zelf beantwoorden?
Of is er iets, iemand of wat dan ook.
Dat mij zegen kan, hoe ik dit moet aan pakken
Waar ik moet beginnen is duidelijk.
Bij me zelf.
Maar waar ben ik?
wie ben ik?