Stad en dorp fietsen ze af,
met zakjes brood in hun tassen,
stoppen ze waar kippen, bontgekleurde hanen en duiven
scharrelen,
langs autowegen, fietspaden, bij oversteekplaatsen
of op grote pleinen legen ze hun zakken.
Even zijn ze één met de lichte vrienden.
Als de duisternis valt
gaat de haan met zijn kippen,
in een kale boom aan de autoweg zitten en slapen,
ook de vogelmensen gaan huiswaarts,
want morgenvroeg wachten de vogels bij zonsopgang
op het brood.
Bij storm, wind en regen
kom je ze tegen deze vogelmensen,
ze zijn net zo weerloos als de vogels.