Gevangen, achter een muur.
Ik zit gevangen, achter een muur van, onzekerheid.
Zo onzeker als ik kan zijn, zo onzeker ben ik nu.
Vooral, als het om liefde gaat, heb ik dat gevoel.
Dan voel ik me gevangen, achter een dikke muur
Ik zit gevangen, achter een muur van gevoeligheid.
Zo gevoelig, als ik ben, zo ongevoelig, kan ik klinken.
Vooral, als je verdriet heb, dan voel je je machteloos.
Ook dan voel ik me gevangen, achter die dikke muur
Ik zit gevangen, achter een muur van nutteloosheid.
Zo nutteloos ik me kan voelen, zo nuttig wil ik zijn.
Vooral, als je dakloos ben, en je niks kan bereiken.
Ook dan voel ik me gevangen, achter die dikke muur.
Ik zit gevangen, achter een muur van eenzaamheid.
Zo eenzaam als ik me voel, zo gelukkig wil ik zijn.
Vooral zonder schulden, zonder verdriet, zonder pijn.
Pas dan zit ik niet meer gevangen, achter die dikke muur.