Hoort de Ziener de Wijze?
Hoort de Ziener de Wijze?
Of schemert het avondrood
de dood voor ogen?
Komt het maal te pas?
Of vult het slechts verveling?
In dalen van wanhoop & wachten.
Op de rug van niet-weten.
Wentelt een steen zich door modder.
Spetters mens versperren de brug.
Het pad is bedekt met stof.
Wanneer komt de Bliksem-Vogel
het bevrijdende woord brengen,
dat door kan vloeien tot in het hart
en de brug weer open stellen?
Aan de overkant werken velen,
vegen & plaveien het pad verder & verder,
tot hoog op de top een adelaar
zich opheft en allen gaan daar.
Tot nooit glimlach ik vanuit mijn kerker,
maar mijn trillende handen klampen zich
vast om de tralies in een verscheurende poging
om het omhulsel los te laten.
De muren verbrokkelen & bedelven het trachten.
Nog voor een ademsnood schrompelt alles ineen.
En zeker weet daar dan de jungle weer een indringer.
En strijdt daar elke stap om het zoeken.
En is hulp nodig tot het bereiken van de weg.