Op mijn geliefde plek in
de duinen.
Viel in de avondduister de
stilte in.
Langzaam in al hun pracht
verschenen de sterren van
de nacht.
Flonkerden hun pracht over
de donkere oneindigheid van
de zee.
Het duister groen van de
duinen in mijn rug.
Sluimerig stil,een zacht windje
die me enigzins verkild.
Enkel de wind die zich bewoog.
Glinsterend als hij neerstreek
over de golven van de zee.
Stil mijmerend staarde ik over
dit alles uit.
Genietend van deze diepe rust.
Maar van binnen in mijn ziel
bewust.
Dat wind, zee en sterren te
samen kwamen.
En ik in mijn eentje in de duinen
verdween.