Een huid met de tint
van zwarte olijven.
Haren ravenzwart.
Ogen als amandelen.
Lippen als vuur,
een hart gevuld met smart.
Verborgen achter doek,
gehuld in blauw, wit of zwart.
Slechts zichtbaar je ogen.
Eenzaam in je huis,
eenzaam in je huwelijk.
Weglopen slechts te pogen.
Gevangen in traditie,
en in oud zeer, fraai verpakt.
Maar immer pijnlijk aanwezig.
Vechtend voor je vrijheid,
slaak je een kreet om hulp.
Iedereen is met zichzelf bezig.
Een huid met de tint
Van versgeslagen room.
Gouden haren in schitterende kleuren.
Ogen blauw als de zee,
Lippen smal maar rood.
Hart verlangend naar verre geuren.
Verborgen achter traliewerk,
Gehuld in maagdelijk wit.
Slechts zichtbaar is je ziel.
Eenzaam in je rijke huis,
Eenzaam in je verdriet.
Verloren de man die voor je viel.
Gevangen in traditie,
Verpakt in glitter en techniek.
Helaas nog immer nadrukkelijk aanwezig.
Zuchtend naar vrijheid,
Verlangend schreeuw je om hulp.
Iedereen nog altijd met zichzelf bezig.