Zoveel gevoelens die ik niet kan plaatsen,
zoveel beelden die nu terug komen kaatsen.
De gedachte dat ik het de juiste plek had gegeven,
normaal verder zou kunnen leven.
Die gedachte is nu zoek,
zit hier op de grond achter een doek.
Een doek dat niemand ooit zal kunnen zien of voelen,
want ze zullen nooit snappen wat we ermee bedoelen.
De kracht die ik nodig heb in deze tijd,
die vind ik niet of ben ik kwijt.
Zoveel gehad aan de freaks,
nu zie ik alleen maar iets zieks.
Me eigen dood,
toen iemand me uitfloot.
Stond ik weer op dat station daar,
met de gedachte er is nu geen gevaar.
De trein komt aanrijden,
Ik spring ervoor en voel de pijn,
ik voel de kracht uit mijn lichaam verdwijnen.
zonder dat ik hier nog hoef te zijn.
Nu hier zo alleen zitten,
zonder dat ik kan pitten.
Stromen de tranen over me wangen,
zonder dat ik nog iets kan verlangen.
Het verlangen naar het leven heeft mij verlaten,
sommige zullen me haten.
Andere me blijven zien zoals ik vroeger ben geweest,
maar er komt een einde aan het feest.
Zie de dood in de ogen,
al de hoop vervlogen.
Zeker geen pijn meer wat ik voel,
niemand snapt wat ik bedoel.
Alleen maar hoop wat ik iedereen geef,
totdat ik me laatste gedicht schreef.
Aan iedereen een laatste groet,
zonder te staan in een lange stoet.
Sommige snappen er niks van,
ik was weer in zo’n ban.
Dat ik niks meer zie dan me eigen kracht,
die me uiteindelijk niks meer bracht.
Sommige mensen ja die proberen me te helpen,
altijd weer het bloeden te stelpen.
Maar ik weet dat het te laat is,
dat ik me dit keer niet vergis.
Ik ga me spullen zoeken,
ze kunnen me vervloeken.
Dit is mijn ware aard,
dit leven is me niet waard.
Liever dood zonder deze pijn,
dan eeuwig verdrietig te zijn.
Ik kan er niet meer mee leven,
want ik heb de hoop opgegeven.
De laatste groet,
is die ik nu doe.
Nooit meer het blije en het verdriet,
want niemand die me nu nog ziet.
Vaarwel.