Meneer Konijn
Meneer Konijn,
Met mij is het fijn.
Hoe is het met u? en uw gezin?
haha, uw zoon heeft een vriendin?
U huppelt maar wat vaak rond,
ik zag hoe u viel laatst, en rolde over de grond.
Gelukkig hielp uw buurman,
Wist u? die verbrande zich van de week aan een pan.
Met loeiende sirene kwam de brandweer,
Haha maar ach, het waren kuikens in de leer.
Neem het ze niet kwalijk, ze bedoelde het goed,
en ik moet zeggen, ze had veel brandweermoed.
Wat gaat u trouwens eten?
oh, u zou het niet weten.
De worteltaart is in prijs verlaagd,
heeft u zich daar al aan gewaagd?
Wat zegt u? komt de schilder morgen?
en u heeft al zoveel financiƫle zorgen.
Ah, u heeft de jackpot gewonnen,
en u dochter is daarmee een wereldreis begonnen?
Tjee, meneer Konijn, wat een verhalen,
maar meneer Konijn, ziet u de zon is al aan het dalen.
U moet gauw terug naar uw gezin,
Tot de volgende keer, dan beginnen we bij het begin!