In het donker, een zwarte schim
Iets zonder vrienden, evenmin
Een meisje, vel over been
Alleen aant zwerven, waar gaat ze heen?
Haren, zo zwart als roet
De eenzaamheid, die van binnen broed
Vrij zijn als een vogel, haar harte wens
Diep van binnen, een normaal mens
Mementen sterven voor haar ogen
Haar hoofd hopeloos naar beneden gebogen
Vragen zonder enig antwoord
Gedachtes in haar brein geboord
Verlost van de ketens, tot het eind
Voordat ze voor eeuwig verdwijnt
Een helder licht schijnt op haar neer
Elke minuut iets meer
Een engel drijft de kou uit haar weg
Geluk lacht haar toe, verlost van pech
De engel neemt haar mee naar het paradijs
Bij hem eindigt haar lange reis
Niemand zag haar een laatste keer
Toen was ze er niet meer..