Ik zou je een tuin willen geven
Gevuld met bloemen, is dat niet mooi
Of een boomgaard waar paartjes leven
Een waterput met een pauw als tooi
Maar ik zie je daar in jouw keuken
Reeds zitten met een triestig gebaar
Al tussen sigaretten peuken
Jouw ogen maken het je soms zwaar
Welk geschenk moet ik dan bedenken
Al wat ik noemde dat heb je daar
Dus kom ik nu een koekje drenken
Of staat de kop koffie noch niet klaar
Bernard heeft mij juist laten horen
Dat Aldegonde vandaag verjaard
Dus kom ik jou al vlug bekoren
Want jij bent mij mijner vriendschap waard