Soms als je goed nadenkt over het leven.
Denk je eens ben ik er niet meer.
Dan komt zo'n koude rilling, toch heel even.
Dat doet je soms onbeschrijfelijk zeer.
Ooit zul je ook het witte licht kunnen bekijken.
Dan kom jij daarboven ook aan.
En zal op je steen prijken,
Ik ben tussen zon en maan.
Nu is die dag aangebroken.
Want het einde is nabij.
Je hebt je laatste geur geroken.
Mensen kijken niet zo blij.
Je sluit je ogen en je mond.
Je ziet een wit groot licht.
Je hoofdje draait maar in het rond.
Je doet voorgoed je ogen dicht.