Een magische vrouw
Die ik nooit ontmoeten wouw
Met haar ogen hard als glas
En een wit bonten jas
Haar handen koud en verijst
Kan jij zien waar zij naar wijst?
Ze wijst naar het einde van een kristallen gang
Ze wijst naar mij, ik word bang
Die ijskoude blik in haar ogen
Als ik vleugels had was ik weggevlogen
Maar helaas, die heb ik niet
Ik ben bang, ik weet dat zij mij ziet
Ze praat tegen me, het klinkt raar
Met die ijskoude stem van haar
Zoals ze naar mij kijkt, het doet gewoon zeer
Vluchten kan niet meer
Ik weet, zij zal mij altijd blijven zien
Maar misschien...
Misschien
Dit gedicht heb ik geschreven bij het boek "In de greep van de sneeuwheks" van Catherine Fisher.