Langzaam maar zeker
schijnbaar even onomkeerbaar als de zonsopkomst
voel ik je wegglippen
als zand tussen mn vingers
Teveel woorden, vol verwijt en onbegrip
staan tussen ons in
als een metershoge afscheiding
waar geen raam of deur te vinden is
En ik huil, en schreeuw, en bid
en bid, en schreeuw, en huil
maar de woorden die ik eigenlijk zeggen wil
zitten te diep verborgen in een angstig zwijgen
Angst om je kwijt te raken
snoert me de mond, uit zich alleen in stille tranen
en juist die angst maakt het schier onmogelijk
je niet kwijt te raken
Naast je in bed voel ik me eenzaam
De geur en de warmte van je lichaam vertrouwd en dichtbij
maar onze geesten mijlenver uit elkaar
herkenning en bemind worden is een vaag oud begrip
Ik wil graag die muur wegbreken
en dus verwijt ik, vloek ik, schreeuw ik
maar het enigste dat weg gaat
ben jij
Jou breek ik af met mijn vloeken en schreeuwen
raak telkens het verkeerde doel
niet dichterbij, nee, verder weg
steeds verder, dus schreeuw en vloek ik harder en harder
Tot binnenkort
je me niet meer horen kunt
omdat je ver weg bent gevlucht voor dat geweld
en de muur te hoog is opgetrokken
je onbereikbaar bent geworden
Dan is het enige wat ik nou juist niet wilde, bereikt
dan ben ik je kwijt...