Aan alle takke zag ik regendruppels beven.
Net kerstboomballen, maar dan in het klein.
Ik zag de lichtjes dansend daarin leven, en wist niet dat het bos zo mooi kon zijn.
Soms viel een druppel stil in een plas water.
Dat gaf een zacht en muzikaal geluid.
Ik dacht aan vroeger en ik dacht aan later...
Ik sloeg mijn droomboek dicht, maar het was nog lang niet uit.
Ik dacht: "Nu mogen er geen mensen komen,
dit voelt zo goed, ik ben hier alleen."
ik zag niks anders dan de kalen hoge bomen,
en al mijn dierbare overledenen om me heen.
En stil ben ik het bos weer uitgelopen.
Wat was het mooi! Al léék het dor en kaal.
De deuren van mijn leven gingen weer open,
En zij gaven mij hun glimlach mee,
dat was de eerste zonnestraal!