Toen ik jou zag verschijnen,
Toen kon de wereld verdwijnen.
Toen jij naar me lachte,
Toen was ik al te diep in gedachte.
Toen jij weer weg moest gaan,
Toen bleef ik weer alleen staan.
Nu wil ik je niet meer missen,
Nu niet meer naar je gedachtes gissen.
Nu ben ik opzoek naar jou,
Nu voelt het binnen mij zou koud.
Straks dan laat ik je nooit meer los,
Straks is voor mij nu nog een sprookjesbos.