En nu vlieg ik dus weer solo,
Nooit gehoopt, gewild, gedacht,
Met mijn aarzelende vleugels,
Juist van jou dit niet verwacht.
Maar ik weet ook wel dat liefde,
Weinig voor het leven is,
En als ik nu maar heel hard vlieg,
Ik jou uit mijn gedachten wis.
Het stilstaan komt nog wel een keer,
Vroeg, maar liever toch heel laat,
Want als ik er over na ga denken,
Voelt het té veel als verraad.
Dus laat mij nog maar even vliegen,
Hoog boven de werkelijkheid,
Zal ik wachten tot mijn hart,
Uit jouw netten is bevrijd.