7 september 2001
Ik zie mijn sigaret doven in een waterplas,
het doet me denken aan hoe het tussen ons ooit was.
Ik een sigaret die ooit eens vurig brandde,
jij die genoeg van me had, dus me weggooide zodat ik
in een waterplas belandde.
Zo vurig als ik ooit eens was,
zo uitgeblust ben ik nu door die vuile waterplas.
zomaar ineen omdat je genoeg van mij had,
neen jij was het niet die ermee zat.
Je dumpte mij voor die andere griet,
want eigenlijk was ik zo mooi en lief toch niet.
maar ik ben sterk nu niet meer als die peuk in die waterplas,
nee nu niet meer dat was zoals ik was.
Ik steek een nieuwe aan ik ben die sigaret die vurig brand.
En ik zal ervoor vechten dat ik nooit meer in die waterplas beland!