Wanneer stopt de sleur van deze banaliteit?
Waarom komt er geen eind aan de ellende in dit leven?
Wanneer eens iets dat me verblijdt?
Wanneer eens iet dat me niet doet beven?
Verschrikking verdwenen,
angst neemt de benen,
warmte sijpelt weg,
onhoorbaar meer wat ik zelf zeg.
Haar stem die ik niet meer hoor,
haar gezicht die ik niet meer zie,
haar hand die ik niet meer voel.
Licht valt weg,
zij is weg,
alles gewoon vervlogen..