Een toevallige ontmoeting die niet eens zo toevallig leek te zijn
Een blik van herkenning in ongedeelde gedeelde smart
Een verlangen naar meer, maar ook angst en verdriet
Geen ogenblik getwijfeld en dat is niet alleen prettig maar ook fijn
Te luisteren naar je gevoel en het volgen van je hart
Jij en ik zijn de helft van één; voor wie het ongeziene ziet
Een verwantschap die zo sterk is, zo krachtig en toch ook zo zacht
Dat je blindelings en letterlijk de weg naar elkaar kunt vinden
“Ga niet weg” zei je, “Blijf ! Ik wil niet opnieuw verliezen !”
En waarom zou ‘k afscheid nemen van datgene waar ‘k zolang op heb gewacht
Ik wil je naar me toe halen. Jij bent het ! Wij zijn dierbare beminden
Ik hebt toch geen keus als er geen dingen zijn om uit te kiezen.
De toekomst is maakbaar, de weg die voor ons ligt
Die kunnen wij naast elkaar samen gaan
In voor- en tegenspoed, tot de dood ons scheidt
Er voor je te zijn zie ik als mijn enige plicht
Hoe kan ik nou niet naast je blijven staan
Lieve prinses, je raakt me niet kwijt