Net voor slaap de rust kwam dragen
Zag ik de duisternis die allen wacht
Pijnlijk inzicht deed me verstarren
Ooit kom ik ook in die tijdloze nacht
Welke zin heeft het goed te leven
Als alles uitvlakt: ruimte en tijd,
Herinneringen zijn onbestaande
Ooit ben ik heel mijn mens-zijn kwijt
Panische angst vervuilde het brein
Voor niets sterven, voor niets leven:
Een spiraal van krijsend besef
Deed me langzaam de doodsteek geven
Plots, in een reflex van zelfbehoud
De ogen open, een puzzel, een boek
Tot de angst weer was geweken
Dan kon ik weer naar slaap op zoek
Soms voel ik weer dat monster komen
Het wil mijn levenslust verkrachten
Maar ik ben nu steeds op mijn hoede
En leid het af met banale gedachten