Een groepje feeen,
Gevangen door nare vikingen,
Die kwamen van de ruige zeeen,
Deden de mooie feeen laten zingen.
De grootste vikingman,
De heerser van allen,
Beweerde dat hij schaken kan,
Maar dat zijn mannen het spel alleen maar konden vergallen.
Feeenridder Falbin, van Chalice,
Daagde hem uit,
Maar de heerser kon niet tegen zijn verlies,
Dus koos hij iemand anders uit.
Iedereen was wel een goed,
Heel veel stijders met strategie en kracht,
Maar de heerser kiest degene uit de stoet,
Die het minste grijnst en lacht...
Dankje...
*************************************************
Komt een vervolg
Gedicht is gebasseerd op mijn eigen verhaal
" de Wonderen van het Woud".
************************************************