De slakkegang van het zijn
lijmen en slijmen
een pad door duisternis
Maar als de klok lopen gaat
Dode Jan voor de deur staat
Dwaalt men trug
en vangt men de zonnestralen
op de ontblote kromgewerkte rug
Zo, zo willen mijn voeten niet gaan
mijn hoofd niet denken
mijn hart niet slaan
om te bestaan?