In duizend splinters gebroken.
Gevoel in pijn verdoken.
In alle hoeken.
Het onverminderd zoeken.
Naar elk stukje glas.
Van iets dat ooit heel was.
Het glas doorboord de huid, kerft diepe wonden.
Niets dat stuk was word weer heel, als we dat eens konden.
Het lijmen blijf je altijd zien.
Ook al doe je zo je best misshien.
Nooit gaan de stukken weer zo verbonden zijn.
De lijm blijft een zichtbare lijn.
Bij de eerste tegenstand, weer ontwricht.
Je ogen zijn dan weer gericht.
Op duizend splinters, die zijn gebroken.
En de pijn heeft zich weer opnieuw ontloken.
Diane