De liefste god
Van alle goden
Keek naar beneden
En sprak een vloek
Over al wat lelijk was,
Gevangen in kooien
Gebrand als in hel
Verslagen als in oorlogen
Verplichtte de verdoemden
Te zorgen voor wat mooi was
En te kijken naar de kloven
Van het diepe
Onheilgat