Voor een week gaf ze me het gevoel van het leven.
Ik wou dat het voor altijd zo was gebleven.
Maar het kon niet zo zijn.
Maar toch hebben we het met elkaar fijn.
Als pubers liepen we over de straten.
Over alles en nog wat praten.
Hield het gevoel ons voor de gek?
En vallen wij straks plat op onze bek?
Nog een moment en ik moet haar verlaten.
Niet langer kon zij over haar gevoelens praten.
Zij liet me vol met vragen gaan.
Ik vroeg me af waar ik in haar leven nu zal staan.
Mijn onzekerheid sloeg met geweld om zich heen.
Maar was mijn gevoel wel terecht, neen.
Het waren angsten diep opgekropt.
Onze vriendschap begon waar onze liefde stopt