De getrooste dood
De Dood, die onbekend en onbemind,
Zo uit het oog, zo uit het hart vandaan,
De weg vervolgt die hij vanouds moet gaan,
Weg waarop niets hem aan zijn offers bindt,
Vindt soms op stille ziekbedden, waaraan
De laatste hand hij leggen zal, een kind
Dat hem herkent en glimlachend bemint
En hem verzoent met heel zijn doodsbestaan.
Hij neemt het kind, en 't kind hangt aan zijn lippen
Ziet dan de glimlach dralend ingetekend
Rond de eigen lippen als hij verderschrijdt.
Zo wordt zijn baan naar kinderen berekend:
Zachte oasen tussen zand en klippen
Der menselijke onverschilligheid.
dit gedicht heb ik speciaal geschreven voor mijn zoontje zodat hij aan zijn opa blijft denken