May's adem stokte in haar keel, en een ijzige windvlaag deed haar geest bevriezen.. deze brief was nooit langs het postkantoor geweest! De schrijver had de envelop gewoon door de bus gegooid, en wist dus waar ze woonde! Ze bedacht zich opgelucht dat het wel een grap zou zijn van een klasgenoot. Ze concentreerde zich op het handschrift. Zeker iemand die het handschrift had verdraaid, want ze kende niemand die zo schreef. Eigenlijk kon ze al een paar mensen aanwijzen die dom genoeg waren om eerst postzegels op een brief te plakken en die vervolgens door de bus te donderen. Echt iets voor Sean, zo'n rotgeintje. 'Dom joh, om er dan nog zegels op te plakken..' mompelde ze. Plotseling zakte haar mond open van verbazing, en wist ze niet of haar ogen haar bedrogen of niet.. ze boog zich over de envelop heen. Ongelooflijk, het WAS zo! In het hoekje van de postzegel stond in kleine lettertjes een jaartal, 1888.. Die zegel moest uit iemands verzameling komen! Nu snapte May er helemaal niets meer van. Zo'n oude zegel kan toch best geld waard zijn, wie gebruikt zo'n ding dan voor een of andere grap? 1888..dat is 115 jaar geleden! Om de een of andere reden klonk het jaartal bekend.. maar waarvan? Met een schok herinnerde ze zich haar aantekeningen Geschiedenis, waarin ze onbewust dat jaar had geschreven. Ze greep naar haar aantekeningen, maar ze had het zo goed doorgekrast dat ze niet meer kon zien wat erachter stond. Nou ja, wat maakt het ook uit?
Eerst die rare brief maar eens lezen. Gedachteloos reikte ze naar de opener. Toen sperden haar ogen zich open in een mengeling van afschuw en verbazing.. Snel gooide ze het ding weg, de briefopener schoof draaiend over de vloer, en bleef met de punt op May gericht liggen, als in een stille beschuldiging. Toen May weer een beetje was gekalmeerd, probeerde ze het flitsbeeld van de bebloede briefopener uit haar hoofd te zetten. Ze haalde diep adem, en keek naar het levenloze ding op de grond. Geen bloed. Opgelucht haalde ze adem. Geen bloed. Natuurlijk niet. Ze besloot dat het misschien beter was de brief nog niet te openen. Niet nu ze zo de zenuwen had.. Ze werd ruw uit haar mijmeringen getrokken door de stem van haar moeder: 'May, eten! Schiet op, het wordt koud hoor!!' Zuchtend liep ze naar beneden, maar ze merkte al snel dat ze geen hap door haar keel kon krijgen..