De pen vloog over het papier, vormde gedachteloos de juiste woorden, maar de schrijfster merkte het niet eens.
May kon zich niet concentreren op de les, niet op mevrouw Perth met haar stem als een kettingzaag die tevergeefs door een of ander onbreekbaar materiaal heen wil zagen.
De kleine, dikke mevrouw Perth waggelde als een opgefokte pinguin voor het bord heen en weer, en hamerde in de hoofden van de vermoeide leerlingen die ze gevangen hield in het lokaal alle stof die ze moesten kennen. Leerkrachten, kook er soep van.. dacht May. Wat een hoop weer, gelukkig had ze nooit zoveel moeite met geschiedenis.
Allerlei jaartallen, van 1818 tot aan 1900. Je zou er versteld van staan hoeveel er kan gebeuren in zo weinig tijd.. plotseling stootte Emmy, die bij geschiedenis naast haar zat, haar aan. 'Waarom heb je die erbij geschreven?' siste ze, en ze wees op een jaartal in May's lijst. Met een messcherpe blik keek mevrouw Perth op, en ze bulderde: 'En nu is het genoeg geweest! Eruit, juffrouw Marsh! Geen commentaar, wegwezen, je mag een briefje halen bij de rector!' De klas kromp ineen, de rest van de les was muisstil. Intussen merkte May op dat ze inderdaad een extra jaartal had opgeschreven, een die niet in de lijst in het boek stond. Gedachteloos streepte ze het jaartal door, alsof ze het daarmee uit de geschiedenis kon wegvagen
zodat het helemaal nooit gebeurd was. De bel ging af, en alsof hun kettingen op de grond vielen stonden de leerlingen op, pakten hun tas in en vertrokken naar huis. May wachtte in de hal. Sean kwam de klas uit, alleen. Meteen liep ze op hem af, en vroeg ze hem: 'waarom doe je zo vaag de laatste tijd? Je loopt me maar te waarschuwen voor weetikwat!' Sean zuchtte, en mompelde dat ze er wel snel achter zou komen waarvoor. Spottend vroeg May: 'Nou, wijsneus? Waarvoor dan?' Sean liep al door, en keek haar niet meer aan, alsof ze hem met haar blik in steen kon veranderen. 'Dat merk je wel, en dan zou je wensen dat je naar me geluisterd had!' Schouderophalend liep May verder, en eenmaal thuis sloeg de kerstsfeer haar om haar oren. De boom in de woonkamer, kerstliedjes speelden. 'Ik ga naar m'n kamer, huiswerk maken..' mompelde ze. Het was niet waar, ze had geen huiswerk, maar na alles wat er gebeurd was had ze geen zin om beneden te zitten. Ze zou er nooit kunnen nadenken over haar vreemde nachtmerrie. Nu ze erop terugkeek, kwamen als vanzelf de beelden weer opborrelen.
Vreemd was het, wat had het te betekenen? Opnieuw stond May in het ijskoude steegje, waar de wind aan haar sjaal rukte. De stille dreiging die er hing was ondraaglijk, en May hield haar adem in. Ze hoorde voetstappen, haastig, net niet rennend. Een flits, en het beeld van een verlaten straat doemde op. Een krant waaide haar tegemoet, met op de voorpagina een foto bij een artikel. Wat het was, kon ze niet zien, maar het boezemde enorm veel angst in. Weer die flits, die in haar schedel leek te snijden. Een schim rende weg..flits..mes, op de grond. Een hand reikte naar het mes, dichterbij..nog dichter..de hoofdpijn was te erg.. May schrok wakker, ze lag languit op bed, als verlamd door de spookbeelden. Ze haalde diep adem en kwam over eind. De ijzige wind uit het steegje bezorgde haar nu nog kippenvel.. oh nee, wacht eens, het raam stond open. Ze zou toch zweren dat ze het dicht had gedaan. Plotseling merkte ze iets, iets wat er nog niet was voordat ze haar ogen sloot. Een envelop lag op haar bed. In een schuin, net, krullerig handschrift, dat ouderwets aandeed, stond er: 'May Emilton'. Verder niets. Geen adres of zo. De brief was blijkbaar toch bezorgd, misschien kende de postbode hen wel? Toen viel haar oog op de postzegel. De brief was vanuit Londen gestuurd. Raar.. wacht eens even! Met trillende handen pakte ze de envelop, draaide hem om, en keek weer naar de achterkant.. haar angstige vermoeden werd bevestigd, en de rillingen liepen over haar rug..