Ze zit met mij dicht bij het vuur
(Tachtigers)
Haast honderd jaar stond ik gedwee
in ’t hoekje van de boekenkast,
zo af en toe streelde een kwast
mijn kaft en goud op snee.
Mijn leren rug traag uitgelooid
door tijd, werd langzaam stugger
mijn leven ging nooit vlugger
ik voelde me haast weggegooid
tot zij mijn eerste regels las
en zo ontdekte wie ik was
sta ik niet langer in de kast.
Ze zit met mij dicht bij het vuur en glimlacht
blad na blad genietend van het avontuur
en fluistert dan, de Tachtigers die konden er wat van
Koos 30-11-2003