Stilte word onderbroken,
door geklop op het raam.
Langzaam, open ik het gordijn,
en zie een zwart schim staan.
Het komt dichterbij,
staat nu in het licht.
Een zwarte muts gaat af,
donkere ogen zijn op mij gericht.
Mijn hart klopt sneller,
en ik sluit mijn ogen.
Na enkele seconde open ik ze,
kijk vooruit maar de schim is gevlogen.
Was dit een slechte grap,
of was dit echt een teken.
Ik wilde het nog eens zien,
wachtte dagen en weken.
Het liet zich niet meer zien,
het kwam niet meer.
Ik had het opgegeven,
tot die ene keer.
Ik zat weer op dezelfde plaats,
hoorde hetzelfde getik.
Ik liet naar het raam toe,
en opende de gordijnen met schrik.
Nu stond er een ander,
een engel omhult met licht.
Hij kwam mij halen,
dat was zijn plicht.
Even was er een twijfel,
wilde ik er niet nog eens over praten?
Maar het is te laat,
ik heb alles achter gelaten.