Mijn zonneke,
Mijn gevoelens voor jou zijn als een warme gloed in mijn bloed.
IK Zou willen vliegen als een vogel sierlijk hoog in de mooie blauwe lucht.
Hoog boven de wolken gedragen door de wind, met een zucht.
Naar dat zonnetje toe, zou ik willen gaan, met een lach , wie weet ook een traan.
Ik was blind, maar jij liet me weer zien.
En ik laat me nu leiden als een kind, en ik voel, ik proef, maar vooral ik leef.
Maar ik weet nu wel beter, en blijf nu maar stevig met beide voeten op de grond staan, want het kan vlug anders gaan.