Je leeft op drijfzand,
in het moeras van je genot.
Elke seconde dat je verder gaat,
verlies je het zelfrespect
waar je vroeger zo voor vocht.
Je gezin roept je toe,
als een verloren kudde.
Maar je bent beneveld
door de sluier van namaak-welbehagen
en hoort ze niet eens.
Je bent apathisch en geprogrammeerd
door je magische stuff
gekregen door je macho-gevoel.
In een bedrieglijke droom,
waar je de eenzame lijder bent.
Elke dag sterf je
en verlies je alles
aan respect en gezag.
Met je ogen dicht
als een mol zo stoned als een krab.